De beroepsvisser die begin 2014 in het ongelijk werd gesteld door de rechter in een kort geding over de verlaging van het quotum (zie nieuwsbericht) laat het er niet bij zitten. Hij heeft opnieuw een rechtszaak aangespannen tegen Sportvisserij MidWest Nederland voor een hoger quotum en een schadevergoeding van ruim €150.000,-. De rechtszaak kwam afgelopen maandag voor de rechter.
Bescherming van de visstandNiemand heeft er baat bij dat er in de toekomst geen vis gevangen kan worden. Sportvissers niet, de beroepsvisser niet maar ook andere partijen als, hengelsportverenigingen, hengelsportzaken, andere beroepsvissers restaurants en hotels aan de randmeren kunnen de deuren sluiten als er straks bijna geen vis meer zit. Nu merken zowel de sportvissers als de beroepsvissers dat de vangsten achteruit gaan. Één van de redenen is het water dat steeds schoner wordt. Om de visstand optimaal te houden zal de beroepsvisserij duurzaam moeten vissen. En omdat de federatie door de Staat verplicht is, als huurder van het viswater, om de beroepsvisserij een vergunning af te geven, is er voor de beroepsvissers op de Randmeren sinds 2014 een nieuw quotum afgegeven.
Quotum
Normaliter stelt de Visstand BeheerCommissie (VBC) het quotum vast. In de VBC zitten onder andere de sportvisserij, de beroepsvisserij en Rijkswaterstaat. De VBC Veluwerandmeren kwam echter niet tot een eenduidig besluit over de verlaging van het quotum. Daarom is er een geschillencommissie ingesteld. Deze commissie kwam tot de conclusie dat, voor een duurzaam beheer, het oude quotum drastisch omlaag moest.
Bodemprocedure
De beroepsvisser van het Veluwemeer en Drontermeer heeft begin 2014 een kort geding aangespannen. Dat heeft hij verloren en daarop is hij een bodemprocedure tegen de federatie gestart. Hij eist onder meer een schadevergoeding van meer dan 150.000 euro.
Afgelopen maandag kwam de zaak voor de rechtbank in Haarlem. De federatie is door de beroepsvisser een onrechtmatige daad en een wanprestatie ten laste gelegd met het volgen van het advies van de geschillencommissie.
De beroepsvisser gaf aan dat hij met het gestelde quotum zijn bedrijf niet voort kan zetten. Hij gaf ook toe dat hij het afgelopen jaar de hoeveelheid vis van het beschikbare quotum niet heeft kunnen vangen. Er is simpelweg niet genoeg vis . Toch wil hij een hoger quotum voor het geval er in de toekomst wel meer vis komt. Na een korte schorsing gaf de advocate van de beroepsvisser aan dat ze de eis wilde aanpassen.
De advocaat van de beroepsvisser krijgt hiervoor van de rechter zes weken de tijd waarna de federatie wederom in verweer kan. Zo zijn we straks twee jaar met deze zaak bezig. Zolang de rechter geen uitspraak heeft gedaan moet de beroepsvisser zich aan het nieuwe quotum houden. Wordt vervolgd…….