Het was even stil op het visfront van Peter. Gelukkig kon ik een bijdrage leveren aan de regio-editie van Hét Visblad. Een leuke klus met een zeer leuke en interessante sportman, André Rademaker. Verder betrof mijn visserij vooral het vangen en verspelen van zeelten en forellen. Beide activiteiten deed ik op reeds eerder beschreven stekken, dus kwamen deze acties niet in aanmerking voor een nieuwe column. Een succesvolle vissessie aan het Uitgeestermeer zou dat wel zijn, ware het niet dat de foto's verre van publicatie-waardig waren. Daarom gaat deze column een keer niet over een water, maar over een nog redelijk onbekend wonderaas: de wasmotlarve.
De wasmotlarve, in de volksmond ook wel bienenmade genoemd, is een rupsachtige larve, die best heel groot( ca. 4 cm) kan worden. Deze dikke maden hebben een mooi witte tot gele kleur, zijn erg vet ( 19%) en dus voedzaam en bevatten veel stoffen die vissen lekker vinden. Ze scheiden volgens mij bij het aanprikken een geurige stof af, want de vis komt er rap op af. Op de foto met de op een hair geprikte made zie je dat redelijk goed.
Ik leerde dit aas vorig jaar kennen via Adrie, van Hengelsport Heerhugowaard. Hij gebruikt ze voor de forel op het Geestmerambacht, en volgens hem waren ze voor alle witvis te gebruiken. Ik bestelde een doosje en was meteen verkocht.
Naast een gekend forellenaas is de wasmotlarve inzetbaar voor heel veel vissoorten. Door zijn grote formaat is het tevens een selectief aas voor de grotere vissen. Inmiddels heb ik aan dit aas al gevangen: baars, blankvoorn, ruisvoorn, kopvoorn ( Duitsland...), karper, zeelt, brasem, kolblei, beekforel en regenboogforel. Die beekforellen trouwens ook in het wild in Duitsland, in de Kyll. In Duitsland, waar de wasmot als Bienenmade al heel lang wordt gebruikt, is het tevens het nummer 1 aas voor paling. Omdat die hier bijna niet meer voorkomen kan ik dat niet bevestigen. In een artikel in Het Visblad over barbeelvissen in de Rijn, rapporteerde een barbeelspecialist dat hij ze succesvol inzette voor alle stromend-water vissen daar.
De wasmotlarve is op verschillende manieren aan de haak te zetten: aangeprikt, geregen, of, zoals ik recent in een publicatie zag, op een haartje . Voor de forel kies ik tegenwoordig ervoor, ze op de haak te rijgen. Aanprikken door het kopje heeft soms hetzelfde effect als bij casters: ze bijten de onderkant eraf en je houdt het kale kopje over. Een geregen larve blijft keurig op de haak, en de forel zal bij het kauwen de haak keurig naar binnen werken. Bovendien gaat een op de haak geregen wasmot langzaam draaien als je hem binnenvist, zo ongeveer als forellendeeg. Daar zijn ze best gek op. De barbeelvisser uit het voornoemde artikel deed ze op een hair, zoals ook op de foto. Een grotere haak, grotere hair en dan een bundeltje motten is zeker een topper voor grote vis.
Voor karper, zeelt en grote voorns prik ik 1 of 2 larven aan een haak 12 of 14. Een recente sessie met Bert "Handy Fish" Schouten leverde aan een duo motten een aantal dikke brasems op. Bert verspeelde zelfs een 60+ brasem, maar voordat dat gebeurde kon ik hem nog even in volle actie kieken.
De wasmot is als single hook bait te gebruiken maar ook als cocktail doet ie het goed. Een combinatie met maden is prima, en recent ontdekte ik de magistrale vangkracht van een wasmot met een maïskorrel. Nadat ik op maden alle beten miste pakte ik 5 brasems op een rij met deze cocktail.
Wasmotten zijn prima te bewaren. Ze worden verkocht in plastic bakjes met veel luchtgaten. Ze moeten in zaagsel worden bewaard, en kunnen dan bij een temperatuur tussen 8 en 15°C lange tijd worden bewaard. In de koelkast zijn ze zo verloren. Kamertemperatuur is net even te warm en dan verpoppen ze best snel. Ik hield ze afgelopen winter in de bijkeuken wekenlang goed en heb ze van november tot maart gebruikt voor de forel, voordat ze op waren.
De poppen kunnen overigens wel worden gebruikt, ik ving er mooie forellen mee, maar op de karper en witvis moet ik nog beet krijgen. Voeren met wasmotten heeft weinig nut, want ze blijven drijven en zullen dus alleen voor karper, forel, winde en ruisvoorn interessant zijn. Bovendien zijn ze best duur. Voeren met maden en vissen met motten is een prima alternatief.
En waar haal je die motten dan vandaan? Uiteraard bij de hengelboer. Helaas zijn ze nog niet echt ingeburgerd. De hengelsportspecialisten in Heiloo en Heerhugowaard hebben ze inmiddels, meestal op aanvraag, op voorraad. Verder kun je ze krijgen bij diverse winkeliers in de buurt van forellenputten. Een doosje kost zo tussen 2 en 3 euro, er zijn meerdere maten te koop. De kleine motten leveren veel beten op, de grote kingsize larven leveren juist meer grote vis op. De forel op de laatste foto ving ik op het Geestmerambacht met 2 geregen larfjes onder een dobber en was 1 van 4 vissen, de enige 4 tussen 18 vissers... Een wonderaas dus, zoals ook een aantal van die 17 andere vissers fluisterden.