AMSTERDAM – Ons water is schoon, wellicht op sommige plaatsen veel te schoon. Tijdens een drukbezocht symposium ‘Hoe schoon willen wij ons water?’ was dit één van de meningen uit het maatschappelijk veld. Vrijdag werd dit symposium gehouden in het Muziekgebouw aan het IJ. Om het water in Nederland voor vele gebruiksdoeleinden in de toekomst gezond te krijgen zullen de stakeholders gezamenlijk een wensenpakket formuleren.
Jarenlang is er gewerkt aan schoon water. De fosfaten en nitraten moesten er uit. Hoewel niet overal in Nederland de gehaltes al een aanvaardbaar niveau hebben, is dat op veel plaatsen wel zo. Het gevolg is kraakhelder water, zonder blauwalgen, maar wel met nieuwe problemen. Waterplanten bezetten bijvoorbeeld het schone water waardoor waterrecreatie op sommige plekken niet meer mogelijk is. Maar ook exoten zoals de quaggamossel en de wolhandkrab zorgen ervoor dat er geen sprake meer is van een ecologisch evenwicht, laat staan van een natuurlijk onderwaterleven.
Eisen waterkwaliteit
Niet iedereen stelt echter dezelfde eisen aan de waterkwaliteit. Waterrecreanten hebben andere wensen en verlangens dan bijvoorbeeld waterschappen. Sportvisserij Nederland, Natuurmonumenten en Recreatie Toervaart Nederland organiseerden daarom gezamenlijk een symposium, ondersteund door de Unie van Waterschappen en het ministerie van Infrastructuur en Milieu. Dagvoorzitter Jan Jaap de Graeff, onder meer oud voorzitter van de Unie van Waterschappen en oud directeur van Natuurmonumenten, vatte de toespraken van de verschillende sprekers samen: ‘’Er is al veel bereikt in de afgelopen veertig jaar, maar er zijn nog aanzienlijke problemen die opgelost moeten worden. De kenmerken van de problemen zijn tegenwoordig deels onzichtbaar en soms onbekend. Schoon water is niet langer meer een graadmeter voor gezond water. Zo krijgen we te maken met de micro-plastics en medicijnen die voor vervuiling zorgen en het ecosysteem veranderen. Wat het beleid ten aanzien van de waterkwaliteit ook complex maakt is dat maatregelen voor grote wateren heel anders zijn dan voor kleine wateren zoals sloten.’’
Dit alles maakt dat de rol van de overheid mogelijk moet veranderen, concludeerde De Graeff. ‘’De overheid regelt het beleid maar zou ook meer als inspirator kunnen dienen. Het water heeft multifunctionele doelen. De een wil er in vissen, de ander in varen, maar ook willen we schoon drinkwater.’’
Toekomst
Voor de komende planperiode moeten de waterbeheerders in het kader van de Europese Kaderrichtlijn Water nieuwe maatregelingen opstellen. De maatschappelijke organisaties zijn het er over eens dat zij gezamenlijk moeten kijken naar nieuwe oplossingen waar alle partijen bij gebaat zijn. Elaine Alwayn, directeur van Water en Bodem van het ministerie van Infrastructuur en Milieu gaf aan dat overheden openstaan voor ideeën uit het werkveld.
Fotobijschrift: Tijdens de paneldiscussie waren de partijen het er over eens dat de maatschappelijke organisaties gezamenlijk ‘de waterwensen’ voor de toekomst in kaart moeten gaan brengen.