Ik heb een heerlijke vakantie gehad in Zweden. Met het hele gezin in de regio net onder de grote meren, alwaar een geëmigreerde Limmer mij tussen de familieactiviteiten door wegwijs maakte op de lokale wateren. Ik had voor de gelegenheid een UL spinhengeltje gekocht, een Fox Rage van 1.85 m. Hiermee wist ik in Zweden de nodige snoekjes en baarzen te vangen. Meteen wist ik weer waarom ik vroeger altijd met dit soort spinhengels en kunstaas viste. Geweldig, zo’n kromme hengel en beukende vissen, ook als ze de 60 cm zelden voorbij gaan. Dus, daar moest ik, terug in Nederland, mee verder.
Even een sprongetje terug in de tijd. De zaterdag voor Vaderdag hield beroepsvisser Hein Dil open huis. Een mooie gelegenheid om een kijkje in diens keuken te nemen. In de bakken met verschillende vissen ontwaarde ik een soort waarvan ik al een vermoeden had, dat die inmiddels in Noord-Holland moest voorkomen: roofblei. En niet van die kleine ook. Hein was er niet gelukkig mee, het was een plaag ( en de vis is onverkoopbaar, want zelfs Oostblokkers eten hem niet). Maar een hengelaarshart ziet hier natuurlijk ongekende mogelijkheden en avontuur. Een plan begon vorm te krijgen.
Mijn vismaat Joost heeft een boot op een trailer. En hij is wel in voor een ochtend experimenteren met kunstaas. Bovendien had hij naar aanleiding van mijn opmerking over die roofbleien al het nodige voorwerk gedaan en vermoedelijk ook al enkele bleien gespot op het Uitgeestermeer. En zo gingen wij zondagmorgen met een boot vol spinstokken, aasdozen en schepnetten op pad.
Waar begin je als je een nieuwe vissoort wilt vangen, waar je eigenlijk niks van weet? Roofblei houdt vooral van stroming, en dat vind je niet zo snel op een meer. We zouden gaan zoeken op het Uitgeestermeer, vanaf de havens tot de overgang naar het Alkmaardermeer. Qua aassoorten zouden we het vooral klein houden, dus zoals er op de rivieren wordt gevist op deze bijzondere witvis. Als het niks werd zou Joost verder gaan op snoek en ik op de stekelridders.
Op diverse plekken doken meeuwen en visdiefjes. Duidelijk waren er vissen aan het azen. Op een plek met het nodige wier en ongeveer anderhalve meter water begonnen we met werpen. Al snel werden de eerste baarzen geland. Er zat dus vis. Joost monteerde een asp-spinner, want als je dan op roofblei vist, dan ook met de juiste spullen. Ikzelf probeerde de nodige miniplugjes, Droppen-spinners en dropshotshads uit. De asp van Joost werd plots gegrepen door iets groots, dat hevig strijd bood. Zou dit hem dan worden, de eerste roofblei? Het mocht niet zo zijn, want na een paar minuten vechten kwam een zeer behoorlijke snoek aan het oppervlak. Bij de boot schoot de haak los en de snoek eraf.
We gingen een stuk trollen, visten een strandje uit en driften langs het riet. Ik met de UL-aasjes, Joost met jerkbaits. Nergens gebeurde wat. Terug naar onze eerste stek was het wel direct weer raak. Ditmaal waren er grote baarzen aanwezig. Ze waren gretig maar uiterst selectief. Bijna de gehele inhoud van mijn kunstaasdoos is aan de speld gegaan maar er was maar een kleine selectie die vis opleverde ( zie de foto). Joost schakelde regelmatig over van klein aas naar groot. Dit leverde hem zelfs aan jerkbaits mooie baarzen op.
Ik besloot het roofblei-idee voor vandaag te laten varen en pakte een klein dik plugje. Spierwit, beetje parelmoerglans en door mij voorzien van een dreg met veertjes. Dat was het startsein voor een hele reeks aan dikke baarzen, stuk voor stuk vissen van 25 tot ruim 30 cm. Het is lang geleden dat ik een dergelijke run aan vissen op kunstaas heb gevangen en we vermaakten ons dan ook opperbest. Joost probeerde de vliegenlat nog, maar die leverde slechts een enkele volger op. Bij mij waren het wit en roze die de meeste aanbeten opleverden, afgewisseld met voornkleuren. Joost ving aan de zilveren en de rode asp, en verder vooral aan grote baarskleurige pluggen. Te vroeg moesten we stoppen maar konden met ruim 50 maatse baarzen terugzien op een uitstekende vistrip met ultra licht materiaal.
