Rond Hemelvaart ga ik meestal een weekendje vissen in het buitenland. Samen met een vliegvissende maat van de lagere school trekken we er op uit om een water met forel en stromende witvis te bevissen. Dit jaar was dat de Wied in Duitsland. Mijn inmiddels ook enthousiast vissende zoon had bedacht dat hij ook wel zo’n reisje wil. Maar dan niet zo ver en zonder overnachten. Voorwaarde: stromend water.
Voor de gelegenheid maak ik voor Lex een bolognese hengel van een door hem gewonnen 4-meter telescoophengel. Apetrots bekijkt hij het resultaat en kan niet wachten tot het Pinksterzondag is.
Met de landkaart op schoot zit Lex naast me in de auto. Via Flevoland rijden we naar Overijssel. Het Zwarte Water in Hasselt is de eerste stop. Ik vis hier bijna jaarlijks met een groepje wedstrijdvissers en dit is wel mijn favoriete stek. Met name door de soortenrijkdom en het vele kleine grut dat hier zwemt. Voor Lex een uitgelezen water om eens zijn soortenlijstje aan te vullen. Na anderhalf uur genieten van de natuur en elk kwartier een mooi melodietje van het carillon is alleen Lex zijn dobber 1 keer onder gegaan. Dit keer geen soortenrijkdom. We gaan vertrekken.
We steken de IJssel over en rijden Gelderland binnen. In Wapenveld weet ik een mooi kanaal midden in het bos. Deze uitloper van het Apeldoorns kanaal ligt er zeer aanlokkelijk bij. Onder de stuw verwacht ik duizenden paairijpe brasems, windes en voorns, die wachten tot de sluis open gaat en de vis het kanaal op kan. Na anderhalf uur kan alleen Lex melden dat zijn dobber een keer is onder gegaan. History repeats. De paairijpe vissen die ik verwachtte, zijn óf nog niet hier, óf allang verder gezwommen. Maar wij vangen hier in ieder geval niks. De laatste kans is de haven van Hattem.
Mijn maat Han Duin ving hier enkele weken geleden vele 10-tallen vissen tijdens het visuitje van de wedstrijdvissers, dus dat moet ons ook wel lukken. En zowaar, na 10 minuten schiet mijn dobber onder en haak ik een visjes. Een Pontische stroomgrondel! Snel gevolgd door zijn broertje of zusje. Lex slaat een keer mis. De vissen hangen duidelijk op mijn stekje rond. En wat doe je dan als vader en gastheer? Je laat de stek aan je zoon. Ik gooi meters stroomafwaarts in en vang daar prompt een roofblei en nog zo’n grondel. Lex is het eigenlijk zat, maar er moet natuurlijk nog wel een vis worden gevangen aan zijn eigen bolohengel. Terwijl hij met mijn hengel staat te vissen schuift zijn eigen pen weg. Snel wordt aangeslagen en Lex vangt een baars. Eer gered. Onze vangst bestaat uit totaal 8 vissen. Daarvoor hebben we 325 kilometer gereden, buizerds, reeën, hazen, visdiefjes, dikkopjes, konijnen en vele soorten eenden en ganzen gezien. We hebben 5 provincies doorkruist. We hebben ons door 3 ½ uur popgeschiedenis heen gewerkt en gedineerd in een luxe wegrestaurant. Deze dag kostte nog geen 6 tientjes en hij vond hem 10 keer leuker dan een pretpark. Ik ook natuurlijk!