Polderbemonstering vis in Noord-Holland

0 2210
17 mei

In mei en juni 2013 zal door IMARES een polderbemonstering uitgevoerd worden in het gebied van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. Gedurende tien dagen zal gevist worden voor onderzoek in kleine slootjes op onder andere aal.

Waarom een polderbemonstering?
Sinds de jaren ’50 van de vorige eeuw loopt de aalstand achteruit. Om te zorgen dat de aalstand niet
verder achteruit gaat, wordt in Europa en dus ook in Nederland gewerkt aan een aalbeheerplan.
Onderdeel van dit plan is inschatten hoeveel aal rondzwemt in Nederland. Hiervoor worden onder andere
gegevens gebruikt van bemonsteringen van vis die worden uitgevoerd voor de Europese richtlijn
“Kaderrichtlijn Water”. Sinds 2000 is voor waterbeheer de Kaderrichtlijn Water van kracht. De
Kaderrichtlijn Water schrijft voor dat de waterkwaliteit van de Europese wateren vanaf 2015 aan
bepaalde eisen moet voldoen. Afgelopen jaren is de aanwezigheid van vis bemonsterd in wateren die
vallen onder de Kaderrichtlijn Water. Echter worden kleine ondiepe sloten bij deze richtlijn zeer beperkt
bemonsterd. Hierdoor zijn weinig gegevens beschikbaar over de aanwezigheid van vissen in deze sloten.
In deze sloten zou toch aal kunnen zitten. Bij het berekenen van aal in Nederland is het daarom
noodzakelijk gegevens te krijgen over de aanwezigheid van aal in kleine poldersloten.

Beschrijving van de bemonstering Bij de bemonstering zullen kleine ondiepe polderslootjes bevist worden. De slootjes zijn dusdanig beperkt
van omvang dat er geen reguliere (sport)visserij plaatsvindt en doorgaans daarom ook geen visrechten
zijn uitgegeven. De bemonstering wordt gebruikt om gegevens over de aanwezigheid van vissen, en dan
met name aal, te krijgen. Ook wordt de bemonstering gebruikt om de gemaakte planning en gebruikte
visserijtechnieken te proberen. Vanaf 2014 kan aan de hand van de opgedane kennis het
bemonsteringsplan verfijnd worden en kan de bemonstering bij andere waterschappen uitgevoerd
worden.

Voor de bemonstering zal door IMARES een stuk oever worden bevist met een elektrisch schepnet. Na de
visserij worden alle gevangen vissen gedetermineerd op soort en wordt de lengte van de vis gemeten.
Vervolgens worden direct na het meten alle vissen teruggezet in het vangstwater.
Dit onderzoek is een invulling van onderdeel “Visserijonafhankelijke Monitoring” binnen Wettelijke
Onderzoeks Taken, onderdeel Aalonderzoek.
Gerelateerde berichten
Facebook reacties

Om u de beste gebruikerservaring te kunnen bieden, gebruiken wij cookies. Voor meer inhoudelijke informatie en het onderscheid die wij hier in maken, verwijzen wij u door naar ons cookiebeleid.

Om u de beste gebruikerservaring te kunnen bieden, gebruiken wij cookies. Voor meer inhoudelijke informatie en het onderscheid die wij hier in maken, verwijzen wij u door naar ons cookiebeleid.