Kaylee Goedhardt geeft cursus aan viskids van HVZ

Je kunt de jeugd aas, voer en additieven laten voelen en ruiken. Ze willen natuurlijk net iets meer vangen dan hun vriendjes of vriendinnetjes. Door alles te laten zien, voelen en ruiken hou je de jeugd dus actief bij de les betrokken. Wat er is nu leuker om in de praktijk bezig te zijn en toch wat op te steken! De jeugd is de toekomst van onze sport, het delen van kennis en ervaring is dan ook het mooiste wat er is. Tijdens de les wissel ik de lekkere additieven van EVEZET zoals karamel, aardbei en venkel af met de additieven als knoflook-ui, lever of vismeel en dat geeft leuke gezichten.

Ik geef veel uitleg over de verschillende samenstellingen van de lokvoeren. En hoe je nu een geschikt voer kunt kiezen om jouw visdag compleet te maken. Om vis te vangen moet je vis lokken en misschien nog wel belangrijker, de vis op je plek houden. Allereerst is de vraag: ‘Waar wil je gaan vissen van belang?’. Ga je op stromend of op een stilstaand water vissen? Wanneer je voor een stromend water kiest zul je, je voer moeten verzwaren. Dit kan met leem, kleigrond of zelfs kleine kiezelsteentjes. Waarom we dit verzwaren heeft natuurlijk een reden. Wanneer je een bal voer het water in gooit op een stromend water, is het voer al opgelost voordat het de bodem heeft bereikt ( de plek waar jij wilt gaan vissen).

Dan is het van belang op welke vissoort je wilt gaan vissen. Wil je op voorns vissen, dan is een werkend voer van belang zoals EVEZET voorn Bruin of Zwart. Voorns leven namelijk boven de bodem dit kun je zien aan de rechtstandige stand van de bek, waardoor ze getrokken worden naar jouw stek wanneer je voer werkende deeltjes bevat. Werkende delen in je voer komen door de bestanddelen zoals: beschuitmeel, hennep, wafelmeel en zaden.

Het jaargetij is ook erg van belang, zo kun je in de zomer goed met maden pinkies of wormen uit de voeten. In de winter is het voornamelijk werken met hennep en casters om mooie voorns te vangen. In de winter is de vis ook moeilijker te vangen, de temperatuur van het water is lager de vis is dus minder actief, als de vis dan eenmaal jouw plekje heeft gevonden wil je niet dat ze er weer van doorgaan. Ook wil je de vis niet verzadigen vandaar dat je laxerende middelen zoals coriander, copra melasse of eetlustopwekkende middelen gebruikt zoals carcuma en fenegriek.

Wanneer het weer kouder en donkerder wordt halverwege de herfst en de gehele winter, gebruik je meestal donkerder voer dan in de lente/zomer. Dit heeft natuurlijk een reden. Het water wordt kouder er vind minder algengroei plaats waardoor het water helderder is. De donkere voeren gebruiken we dan juist om te zorgen dat de azende witvis niet opvalt voor de roofvis. De witvis zal veel minder snel op licht voer afkomen, omdat hij weet dat hij daar meer zal opvallen voor zijn vijand. In de zomer is het lichter, en vind er algengroei plaats, de vis zit wat verspreider door de aangename temperatuur en is minder schuw. Hogere temperaturen betekent dat het water warmer wordt en de vis ook makkelijker gaat azen. Je kunt dan gerust wat zoete additieven gebruiken voor extra aantrekkingskracht. Zitten er vijf vissers op een rij met hetzelfde zakje voer te vissen en jij gooit er net een beetje karamel of vanille doorheen, dan kan dat ervoor zorgen dat de vis zich door jouw voer meer aangetrokken voelt.

Gelukkig wilde mijn aas en voer sponsor EVEZET de HVZ ondersteunen met aas en voer voor deze cursusavond. Waardoor de kinderen zelfs na afloop stickers en zakken voer mee naar huis mochten nemen. Het geeft na afloop echt een kick om die kinderen gelukkig te zien, als ze een glimlach van oor tot oor hebben met de spullen die ze gekregen hebben. Namens de kinderen en de HVZ nogmaals dank voor EVEZET lokvoeders.


Bron: Kaylee Goedhardt