In 1952 werd de laatste Atlantische steur in de Waal bij Tiel gemeld. Daarna werd deze majestueuze trekvis – voor wat betreft Nederland – als uitgestorven beschouwd.
Gelukkig wordt er door het Wereld Natuur Fonds, Stichting ARK en Sportvisserij Nederland serieus gewerkt aan de terugkeer van deze unieke soort.
Oog in oog staan met een vis die vijf meter lang kan worden en een gewicht kan bereiken van een kleine middenklasser is de ultieme kick voor zowel sportvisser als natuurliefhebber. Als het aan de drie partners die in dit project samenwerken ligt, kan dat over een aantal jaren weer in ons land. Deze organisaties hebben namelijk de handen ineen geslagen om de steur terug in het Rijnstroomgebied te krijgen.
Enorme klusDat is een enorme klus. Want hoe krijg je een vis terug die door overbevissing, verslechtering van de waterkwaliteit en verlies van leefgebied de nek is omgedraaid? Daarbij staat Acipenser sturio ook nog eens bekend als een vis die zich niet makkelijk voortplant. Alle reden dus om niet over één nacht ijs te gaan. Daarbij is het vooral zaak om na te gaan of Nederland nog wel geschikt is als leefgebied. Zo zijn natuurlijke overgangen tussen zoet en zout water voor de steur letterlijk van levensbelang. Door het op een kier zetten van de Haringvlietsluizen kan de vis in principe weer tussen zoet en zout heen en weer zwemmen en is een eerste belangrijke stap gezet in de terugkeer van deze rivierkolos.
HIGHTECH STEUR
De vijftig uit te zetten steuren zijn afkomstig van het Franse Irstea, een onderzoeksorganisatie die een langlopend kweekprogramma heeft opgezet met steuren uit de Gironde bij Bordeaux. Dankzij een succesvolle voortplanting zijn dit jaar voldoende exemplaren beschikbaar voor Europese herintroductieprojecten. Deze vissen zijn eind maart door medewerkers van Sportvisserij Nederland operatief van een zender voorzien, zodat ze na te zijn uitgezet kunnen worden gevolgd.
Lees hier het volledige bericht.
Bron: Sportvisserij Nederland