Waterschappen, gemeenten, provincies, drinkwaterbedrijven en het Rijk hebben concrete afspraken gemaakt over het waterbeleid in Nederland. Het belangrijkste doel van het bestuursakkoord Water is met minder kosten en minder bestuurlijke drukte Nederland de komende jaren droog en veilig te houden. Dit is een belangrijke stap vooruit, gezien de uitdagingen waarvoor de watersector staat. In het akkoord hebben de waterschappen meer taken en verantwoordelijkheden gekregen.
Meer taken naar de waterschappen
De uitdagingen om Nederland nu en in de toekomst droog te houden en voldoende schoon water beschikbaar te hebben zijn groot. De Deltacommissie heeft de urgentie daarvan nog eens benadrukt. De zeespiegel blijft de komende jaren stijgen. Door de klimaatverandering neemt de wateroverlast toe. Verdroging is een steeds groter probleem voor de landbouw en de natuur. Het bestuursakkoord Water anticipeert op deze veranderingen en investeringen door de komende jaren in te zetten op een doelmatigheidswinst die oploopt tot 750 miljoen euro per jaar in 2020. Naast structurele bezuinigingen voorziet het Bestuursakkoord Water een stevige reductie van bestuurlijke drukte. Uitgangspunt hierbij is “je gaat erover of niet”. De waterschappen hebben een voorbehoud gemaakt bij het voornemen van de minister van I & M om de waterschapsbesturen voortaan indirect te kiezen.
Voorzitter van de Unie van Waterschappen Peter Glas; “Het akkoord levert een ‘win-win-situatie’ op. Er ligt een gedegen visie op het toekomstige waterbeheer van ons land. Dit is belangrijk, gezien de grote opgaven waarvoor we staan. Wij denken hiermee bovendien de toonaangevende positie die Nederland in de wereld inneemt op het gebied van waterbeheer te bestendigen. We realiseren een omvangrijke besparing waar Nederland jarenlang de vruchten van kan plukken en daarnaast leveren wij een bijdrage aan de reductie van ‘bestuurlijke drukte’ in Nederland. Op het gebied van de waterveiligheid krijgen de waterschappen meer verantwoordelijkheid. De waterschappen nemen de helft van de financiering en uitvoering van het Hoogwaterbeschermingsprogramma voor hun rekening. Dit programma regelt het versterken van dijken en duinen om overstromingen en wateroverlast te voorkomen. Het Rijk blijft wel verantwoordelijk voor het stellen van de normen voor onze dijken. Waterschappers zijn meer doeners dan praters, dus wij staan nu te popelen om aan de slag te gaan en daarmee Nederland ook voor de toekomst veilig en droog te houden.”
Bron: Hoogheemraadschap Rijnland