Vandaag start men met het opruimen van de dode vis in het recreatiegebied Spaarnwoude. Na de 18 ton dode vis van vorig seizoen eist ook deze winterperiode weer nieuwe slachtoffers. Het zijn hoofdzakelijk dode karpers die rond het grote meer en de aanliggende vaarten aan de oppervlakte drijven.
De visstand in het recreatiegebied moet nu toch wel een enorme deuk hebben opgelopen. Naast karpers dreven er ook dode brasems, baars en zelfs een toch al voor het viswater zeldzame snoek. Meer dan 500 dode vissen werden er gistermiddag geschat. Vorig jaar werd de sterfte nog afgedaan als natuurlijk verschijnsel door het recreatieschap. Toch zou men ook moeten concluderen dat de enorm dikke baggerlaag, waarbij op sommige plaatsen het water tot onder de knie is gedaald, in combinatie met de huidige winters met sneeuw en ijs schreeuwt om actie. Al was het alleen maar om te voorkomen dat de vele festivalgangers iedere zomer zonder toegangsbewijs door de vaarten heen waden om op het festivalterrein te komen.
Voor de toekomst van de visstand in het recreatiegebied is niet alleen baggeren, maar ook onderhoud aan de oever absolute noodzaak. Iedere dooiperiode kan men letterlijk zien dat de oevers verder afkalven. De vochtige oevers bevriezen waarbij er scheuren ontstaan en na de dooi verzakt de oever. Op sommige plaatsen is op deze manier al meer dan 1,5 meter van de oever in de vaart verdwenen. Vervolgens leidt het volgend seizoen een combinatie van ondiep water, bagger, ijs en sneeuw tot zuurstofloze omstandigheden en nieuwe vissterfte.
|
Sportvisserij Nederland heeft voorafgaand aan de vissterfte van vorig jaar een visserijkundig onderzoek uitgevoerd. Net voordat men met een nieuw onderzoek de 'visbalans' voor het recreatiegebied wilde opmaken, komt deze sterfte er nog eens overheen. Het nieuwe visserijkundig onderzoek is daarom verplaatst naar 1 februari 2011. |
 |