Zaterdag 13 november hebben de fracties van Water Natuurlijk van de waterschappen Amstel, Gooi en Vecht en het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier kennis gemaakt met het praktisch visstandbeheer en de sportvisserij. In de ochtend gaven Jan Kamman (Sportvisserij Nederland) en Maikel van Breugel (Sportvisserij NoordWest Nederland) tekst en uitleg over het sportvissen anno 2010 en de inrichting van het viswater als huis van de vis.
Voor veel bestuurders was het een eerste kennismaking met de organisatie achter de sportvisserij. Wat beweegt die sportvissers toch om urenlang langs de waterkant te zitten? Wat investeren zij in hun hobby? Welke wensen hebben sportvissers ten aanzien van vis en water? Visstandbeheer? Wat komt daar bij kijken? Samengevat was het nuttig, leerzaam en was er voldoende ruimte voor discussie over en weer. Goede conclusie van het ochtendgedeelte was dat de georganiseerde sportvisserij ook vooraf kennis zou moeten hebben van beleidstukken over bagger, onderhoud etc. De contacten zijn in ieder geval gelegd, nu is het zaak om elkaar wederzijds te blijven informeren.
Direct na de ochtend hebben de leden van beide fracties een kijkje genomen bij het visserijkundig onderzoek uitgevoerd in de Breedweervijver in Heemskerk. De vijver werd door medewerkers van Sportvisserij Nederland in opdracht van Hengelsportvereniging Het Snoekje te Heemskerk bemonsterd door middel van zegenvisserij en electrovisserij.
De visstand was met 12 soorten vrij gevarieerd. In het open water werden soorten als brasem, blankvoorn, karper en snoekbaars gevangen. De visstand in de oeverzone bestond vooral uit plantenminnende vissoorten als ruisvoorn, zeelt en snoek. De bestuurders kregen hierbij praktisch inzicht in bemonsteringstechnieken, mogelijke maatregelen en informatie over de vissoorten.
Van de blankvoorn, ruisvoorn en brasem werden relatief veel exemplaren met een lengte van 10 tot 20 centimeter gevangen. Vissen in deze lengteklasse worden in veel wateren weinig of niet aangetroffen, omdat deze ten prooi vallen aan aalscholvers. Bij de Breedweervijver lijkt de invloed van aalscholverpredatie op de visstand mee te vallen.
Ook werd een behoorlijke hoeveelheid paling gevangen. Hierbij ging het echter alleen om grote exemplaren met een gemiddelde lengte van circa 60 centimeter. Het ontbreken van kleine palingen is een slecht teken, omdat dus geen intrek van glasaal plaatsvindt. Voor de bestuurders nogmaals een teken dat vismigratie van het grootste belang is.
Met deze boodschap en terugkijkend op een zeer geslaagde excursie keerden de bestuurders en sportvissers terug naar huis. Het huis van de vis in de Breedweervijver lijkt op het eerste gezicht in ieder geval redelijk op orde. De rapportage op basis van het onderzoek zal door middel van maatregelen de puntjes op de spreekwoordelijke i zetten. Uiteraard komt er een exemplaar voor de bestuurders van de fractie beschikbaar.
Hieronder is een foto impressie weergegeven van de excursie:
