Met het vertrek van Richard van den Bos had deze Greep eigenlijk leeg moeten blijven. Een statement voor de man die tien jaar lang de sportvisserij in het POS-gebied op de kaart heeft gezet. Nog nooit heb ik iemand ontmoet die met zo’n onbegrensde inzet en gedegen kennis precies datgene voor elkaar wist te krijgen wat wij sportvissers willen.
Maar de realiteit is niet anders. Maandagmorgen klinkt het hol op kantoor. Vrijdagmiddag was het hier nog een heksenketel met een ronddravende Richard die koste wat kost zijn werk op een goede manier wil overdragen. Nu staat er alleen nog een leeg en opgeruimd bureau als stille getuige van een plek waar zoveel enthousiaste ideeën ontstonden en werden uitgewerkt. Starend naar een open einde schrik ik terug in het heden. Het is al half tien en de eerste bestuursleden druppelen binnen voor de POS-bestuursvergadering. Het vervolg van de Greep staat ook op de agenda en het bestuur besluit tot een voorlopige voortzetting van die Grepen. Robert, Peter & ik nemen als adviseurs de honneurs waar, daarna krijgt
de Greep een definitief karakter.
Streep door de week
Poeh! Aan mij dus de schier onmogelijke taak om de altijd prettig weglezende column van Richard te evenaren. Het schijnt dat ik een soort van diplomatieke onschendbaarheid geniet als columnist en daar maak ik dan maar direct gebruik van. Greep uit de week wordt voorlopig Streep door de week. Dat schept tenminste geen hooggespannen verwachtingen.
Baggerwerk
Een mail doorkruist mijn scherm terwijl ik aan het typen ben. Jakkes, hoe zet ik dit ook alweer uit? Toch al afgeleid lees ik de mail van onze advocate. Ja, die zetten we tegenwoordig in om de baggerstort in het Gooimeer te voorkomen. Niet dat het echt veel bagger op de dijk zet, maar dat ligt zeker niet aan haar inzet. Het ingesleten denkpatroon bij de overheid over krampachtige baggerverwerking in diepe putten moet gewoon om. De zee bijvoorbeeld biedt een zee aan ruimte en voedselrijke bagger komt daar via de voedselketen vanzelf weer ten goede aan een betere visstand in de Noordzee. Dat kost geld. Dat klopt. Dat kost het geharrewar over en weer ook. En wij moeten zelf ook eens kritisch naar onze acties kijken. In honderden kilometers sloten en vaarten blijft de bagger nu liggen. Voeg een beetje ijs en sneeuw toe en je hebt alle ingrediënten voor een massale vissterfte…
IJspret?
Met enig leedvermaak zag ik vorige week twee aalscholvers op het bevroren kanaal landen. IJs, daar kunnen geen orka-geluiden of kooien van gaas tegen op dacht ik nog, terwijl ik richting werk tufte. Nadeel is alleen dat het voor ons sportvissers ook zo slecht vist en een klein windwak in de Ziendervaart later was ik er helemaal klaar mee. De ene na de andere aalscholver dook naar beneden, recht in de winterconcentratie vis die daar ligt.
De vorst zorgt er ook al weken voor dat ik geen vangstmeldingen van de beroepsvissers op de randmeren krijg. Dit is verplicht! Net zoals dat Sportvisserij NoordWest Nederland verplicht is om vergunning te verlenen aan de beroepsvissers. Door het ijs valt er niet met de zegen te vissen en is er ook geen aanvoer van pootvis. Vooral dat laatste vind ik prima. Ik gun iedere beroepsvisser een belegde boterham, maar hoe wij als sportvissers zo stom kunnen zijn om deze handel in stand te houden heb ik nooit goed begrepen. Verenigingen in het zuiden en België kopen de brasem en blankvoorn uit de randmeren om ze in kleine putjes te stoppen. Dat overleeft een heel groot deel niet en volgend jaar koopt men gewoon weer nieuwe vis. Hebbie um? Snappie um? We financieren ieder jaar onze eigen vicieuze cirkel vol ergernis. En maar klagen dat we niets meer vangen in de randmeren en niets meer vangen in het zuiden. Ik heb slechts 1 advies. Stop met uitzetten en laat u eerst adviseren door Sportvisserij Nederland. Dan wil ik er zelfs voor pleiten dat we ook de Belgen gratis voorzien van advies.
Maikel van Breugel