De afgelopen week ben ik een beetje geschrokken. Meermalen kwam ik collega-sportvissers tegen die pleidooien hielden voor het instellen van allerlei regels. Op het overleg met mijn collega's uit de rest van het land, op de Sportvisacademie Alkmaar en in het voorwoord van BEET.
Als het gaat om regels, heb ik twee criteria: zo min mogelijk, en niet door een ander opgelegd. Regels moeten er zijn, natuurlijk. Je zou het een noodzakelijk kwaad kunnen noemen. Maar als het dan toch moet, dan wél regels die we onszelf opleggen. Vanuit de eigen sportvisserij organisatie, waar tenslotte ook de meeste kennis van de materie zit. Ik word niet goed van allerlei overheden, natuurorganisaties en weet ik veel wie die ons van alle kanten beperken. Met sommige regels kan ik enigszins leven. Nachtvissen binnen de bebouwde kom verboden? Balen, maar de ervaring heeft geleerd dat sommigen van ons (niet u, de anderen) die vrijheid nu eenmaal niet aankunnen en hele woonwijken wakker houden. Mijn ideale beeld van het nachtvissen? De Visserijwet staat nachtvissen gedurende het hele jaar overal toe. Lokale verenigingen bepalen waar we het beter kunnen verbieden en dat zetten we in de lijst van viswater. De landelijke natuurlijk, waarin al onze wateren dan zijn ingebracht.
Weerhaakloos vissen? Prima, ik doe bijna niet anders. Alleen voel ik geen enkele behoefte om u op te dringen wat ik zo goed vind! Een cursus voordat je gaat vissen? Uitstekend! Laten we die vanuit de verenigingen vooral volop aanbieden, en laten we ook de scholen blijven bezoeken. Maar laten we het ook vooral de vrije keuze van de beginnende sportvisser houden!
Waterschapsbestuur
Zaterdag was er een contactdag met de sportvisserijbestuurders van Water Natuurlijk. Waterschapsbestuurders met hart voor sportvisserij dus. Ik heb al sinds de verkiezingen het gevoel dat ik die bestuurders te weinig spreek maar weet ook niet goed hoe ik dat structureel kan verbeteren. Eén ding wordt me al snel duidelijk: ik moet niet alleen de sportvissers in het bestuur spreken maar juist de hele Water Natuurlijk fractie. Veel mensen hebben nog het idee dat we als sportvissers binnen Water Natuurlijk onze eigen belangen moeten verdedigen - het oude 'groen tegen blauw' idee - maar na zaterdag kijk ik er iets anders tegen aan. De niet vissende bestuurders in Water Natuurlijk hebben niks tegen vissen maar ze weten er te weinig van om een goed onderbouwd standpunt over visserijzaken te kunnen innemen. We kunnen beter álle Water Natuurlijk bestuurders goed informeren over sportvisserij en onze ideeën over bepaalde zaken om zo gezamenlijke standpunten vanuit Water Natuurlijk te krijgen. Dat het water bereikbaar moet blijven bijvoorbeeld, dat je vis mag uitzetten of dat je als recreant volop van het water moet kunnen genieten.
Winterkarper
Karpervissen in de winter vind ik fantastisch. Ik vraag me vaak af waarom ik dat vind. Misschien wel omdat er niks te verliezen is. Op het water waar ik nu bezig ben, is het in de zomer al lastig om een karper te vangen en nu nog een graadje moeilijker. Een blank is dus geen schande. Iedere gevangen vis is een enorme meevaller. Wat ook fijn is, is dat er weinig andere vissers zijn. Lekker rustig. Of kan ik gewoon niet tegen concurrentie? Voer voor filosofische overpeinzingen, waarvoor ik tijd te over heb. Afgelopen week kon ik de vierde blank op rij bijschrijven, en geen sessies van een uurtje… Het gekke is dat ik het niet eens erg vind om niks te vangen, hoewel ik er weer niet aan moet denken om uren in de kou en in het donker zonder hengels te gaan zitten. Misschien moet ik niet proberen om het te begrijpen.
Ik ga gewoon weer.
Richard van den Bos