Dinsdagochtend zit ik in Schermerhorn, voor een overleg van VBC Hollands Noorderkwartier. We hebben twee gasten, van Staatsbosbeheer en Landschap Noord-Holland. Als visrechthebbenden zijn we ongerust dat we straks in de Natura 2000 gebieden allerlei beperkingen krijgen opgelegd en we willen graag horen hoe deze organisaties denken over vissen in de nieuwe natuurgebieden.
Het verhaal van Staatsbosbeheer klinkt goed. Recreatie is belangrijk, we kunnen niet zomaar tornen aan rechten van organisaties in natuurgebieden en als het dan een keer een grutto kost, jammer dan. Landschap Noord-Holland denkt er volgens mij anders over maar dat krijg ik er niet echt uit. Toch ken ik gebiedsbeheerders die het liefst alle vissers uit hun gebied houden en ik ken zelfs gebieden waar ze dat nog gelukt is ook. De afspraak om voorgenomen plannen met elkaar te bespreken en af te stemmen, is in ieder geval een goede. Dat verkleint de kans om met vissersonvriendelijke natuurdoelen te worden geconfronteerd.
Veel organisaties staan er niet op te wachten om anderen te betrekken bij het vaststellen van hun doelen. Met andere woorden: iedereen bepaalt het liefst zelf welke visstand hij wil en wat er moet gebeuren om dat te bereiken. In de praktijk leidt dat vaak tot hogeschool tuinieren door ecologen om geïsoleerde stukjes water kraakhelder te krijgen of grof geschut om grote watersystemen te ontdoen van zogenaamde al dan niet exotische bodemwoelers omdat we onszelf onder het mom van Europese Kaderrichtlijn Water hebben opgelegd dat die systemen aan totaal onrealistische eisen moeten voldoen. Dat de visrechthebbenden bij wet van oudsher gerechtigd zijn tot het uitzetten of onttrekken van vis is daarbij alleen maar lastig. Stel dat we de Randmeren met dezelfde vaart weer zouden voorzien van een paar ton brasem!
Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier laat weten bezig te zijn met het vaststellen van doelen voor de visstand. De visplannen die wij - sport en beroep - maken, moeten in ieder geval toewerken naar de doelen die het schap nastreeft. De vraag dringt zich op welke rechten wij als visrechthebbenden dan nog hebben. Vis uitzetten of onttrekken mag alleen als het bijdraagt aan de doelen die een ander heeft vastgesteld. Het Hoogheemraadschap wordt zo visstandbeheerder met de visserijsector als uitvoerende dienst. Volgens mij zit daar iets helemaal scheef.
A crisp wintermorning
Als ik zondagochtend uit mijn slaapkamerraam kijk, zakt de moed me in de schoenen. Het ijs ligt op het schuurdak, onder een kraakheldere hemel. Mooi weer voor de pier of een berg grote blankvoorns maar een geheid recept voor een karpersessie zonder enige actie. En karper is nu juist waar ik mijn vizier op gericht heb. In het water dat we voor deze winter op het oog hebben, voeren we de laatste weken regelmatig een paar balletjes. Vismaat Mark had vorige week tijd en ving toen drie vissen boven de tien kilo. De foto van de vijfendertig ponds spiegel die ik daarbovenop in mijn mail krijg, maakt dat ik ineens behoorlijke haast heb om ook een poging te wagen. Haast die voor een deel verdwijnt als ik die zondag uit mijn raam kijk. Maar ik ga toch.
Het is wat de Engelsen zo mooi noemen a crisp wintermorning. Een verstild landschap met wit berijpt gras en het wateroppervlak als een spiegel onder de blauwe lucht. Prachtige plaatjes en heerlijk om buiten te zijn, daar niet van. Ik geniet ervan en bedenk wat ik bij het karpervissen altijd voor ogen houd: áls je onder zulke omstandigheden een beet krijgt, is 't vaak een bak.
Ik kies voor een ander deel van het water dan waar Mark zijn vissen gevangen heeft. Als die grote bakken daar zouden liggen, had hij er al eentje moeten vangen. De kans bestaat natuurlijk dat op de plek waar ik nu vis helemaal geen karper ligt.
Halverwege de middag zie ik het eerste teken van leven. Een kolk ver weg naar links aan de overkant. Kan snoek zijn maar ik gooi er voor de zekerheid een hengel heen. Een uur later zie ik recht tegenover me een kring gevolgd door een spoor van bellen. Brasem of karper, denk ik.
Om acht uur houd ik het voor gezien. Er komen kille wolken mist langs en ik zit te bibberen op mijn stoel. Als die twee visbewegingen karper waren, heb ik er een klein stukje van de puzzel bij.
Richard van den Bos