Greep uit de week 177

0 2719

Mijn winter voornstek is niet bepaald een plek om even lekker een dag te gaan zitten. Dat heb je wel vaker met plekken waar grote voorns in de winter samenscholen. Toch wil ik weten of er ook grote karper ligt. Ik heb er een paar keer wat boilies gevoerd en donderdagavond waag ik er een uurtje aan. Groot is het niet dus als er vis ligt, zou ik daar snel iets van moeten merken.

Met moeite wurm ik me door het struikgewas heen. Eén hengel kan ik hier net kwijt maar dat lijkt me ook voldoende. Meer lijnen schrikt alleen maar af, zeker op zo'n klein stukje water. Ik laat een boilie zakken en gooi er een paar omheen. Waar het lood de bodem raakt, komt een wolkje bellen omhoog. Er staat weinig water hier, een centimeter of zestig. Mijn top steek ik tot de bodem om te voorkomen dat de vissen er tegen de lijn aan zwemmen.
Het is al bijna donker. Er staat een stevige wind maar ik zit lekker beschut. In een verder naargeestige omgeving, dat wel. Geraas van de snelweg, pakketten folders en andere troep tussen de struiken om me heen, constant gekraak van takken en straatlicht weerspiegelend in een stukje water van niks voor mijn neus. Onder mijn top ontstaat commotie als een rat tussen twee geleideogen in mijn lijn zwemt. Wat het toch ongemeen spannend maakt, is de kans dat een monstervis op zoek naar beschutting voor de winter vanuit het grote water dit vaartje in is gezwommen en mijn boilies heeft gevonden. Een dikke spiegelkarper die misschien wel nu mijn boilies één voor één naar binnen zuigt en elk moment mijn haakaas kan oppakken. Zulke gedachten maken dat je als karpervisser soms de meest barre plekken opzoekt. Mooie natuur en rust is fantastisch maar voor de kans op een grote karper doe ik af en toe concessies.
Om half zeven knalt de swinger omhoog. Meteen grijp ik mijn hengel maar ik voel niks. Ik tuur in het donker maar zie ook geen kolk. Wat was dat? Voorzichtig leg ik weer in en voer wat bij. Een kwartier later zit ik ineens stijf rechtop. Er springt een karper recht boven mijn aas. Een guppie. Ik wacht nog een uur maar er gebeurt niks meer. Als ik ophaal, zit ik vast. Verdorie, dat kan me wel eens een vis gekost hebben. Slecht gevist zeg, twee kansen verprutst waarschijnlijk.

Natuurlijk zin ik op een herkansing. Zondagmiddag heb ik nog een uurtje. Hetzelfde ritueel is nu iets makkelijker want ik had al wat takken opzij gebogen. Boven me raast de wind door de bomen. Het begint te regenen en ik duik diep in mijn capuchon. Echt gezellig is het hier niet. Al snel krijg ik een paar piepen. Wat nu weer? Grote voorns? Een half uur later valt de swinger na een paar zenuwachtige piepen in één keer omlaag. Nu is het wel raak. Een kleine schubkarper spuit ervandoor en komt aan het eind van zijn eerste schot op de veerkracht van mijn hengel in de oppervlakte. Na wat geworstel met de takken en struiken om me heen ligt-ie op de mat. Een versterking van mijn vermoeden dat hier alleen kleine schubjes in trekken. Zekerheid daarover krijg ik natuurlijk nooit, tenzij ik hier zo'n bak vang.
Dan weet ik zeker dat ik ongelijk had.

Richard van den Bos

Gerelateerde berichten
Facebook reacties

Om u de beste gebruikerservaring te kunnen bieden, gebruiken wij cookies. Voor meer inhoudelijke informatie en het onderscheid die wij hier in maken, verwijzen wij u door naar ons cookiebeleid.

Om u de beste gebruikerservaring te kunnen bieden, gebruiken wij cookies. Voor meer inhoudelijke informatie en het onderscheid die wij hier in maken, verwijzen wij u door naar ons cookiebeleid.