Veel praten en luisteren deze week. Vergaderingen, overleg en een dag training. Allemaal dingen waarvoor je nooit tijd lijkt te hebben en die je van je werk lijken te houden maar die je - mits in de juiste dosering toegepast - juist veel kunnen opleveren.
We moeten nog meer praten, en schrijven, want onze vrienden vissenbeschermers hebben weer enthousiaste gemeenteraadsleden gevonden. Dit keer is het Velsen waar de raadsleden een voorstel tot beperking van de hengelsport en zelfs sluiten van de pieren niet meteen naar de prullenbak verwijzen. Ik word er zo moe van. Vissen is in ons land gewoon toegestaan maar dan nog kan elke gemeente zelf weer ander beleid bedenken. Verruimen van de landelijke regels mag niet maar beperken wel. En zo hollen alle circussen, kinderboerderijen, paardrijclubs en hengelsportverenigingen van de ene naar de andere gemeentelijke inspraakbijeenkomst omdat een of andere dierenbeschermer zo nodig zijn mening aan anderen moet opdringen. En de gemeenten zijn autonoom, zo autonoom dat je zelfs de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) niet als aanspreekpunt kunt gebruiken om alle gemeenten op het rechte spoor te helpen. Iedereen wil zijn eigen beleid bepalen. Waar heb ik dat eerder gezien?
Ruilen
Het onbevredigende aan dit werk - ik heb het al eens eerder geschreven - is dat je in het beste geval behoudt wat je hebt. Er valt niks te winnen. En wij willen de dingen voor de sportvisser juist verbeteren! Mooier viswater, een betere visstand, daar worden we enthousiast van. Maar goed, wat heb je aan die dingen als je niet mag vissen? Natuurlijk, gezonde 'natuur' is prachtig maar toch, zonder hengel is het minder leuk. Ik zat laatst in een Op Pad - magazine voor buitensporters - te lezen en daar zag ik mensen met rugzakken langs prachtige riviertjes en bergmeren lopen. En het trof me dat die rugzakkers heel ontspannen langs de oever van een broodje genoten zonder die schitterende stroomversnellingen en dat glasheldere water een blik waardig te gunnen! Nee, dat zeg ik verkeerd. Ze keken er wel naar maar heel anders dan ik. Ze bedachten niet waar ze hun nimf zouden plaatsen, hoe-ie moest driften, ze zagen niet voor hun geest het beetverklikkertje al wegduiken en een snaarstrakke vliegenlijn door het water snijden, ze zagen geen glinsterende rood-blauw gespikkelde forel het heldere water uit springen en ze voelden geen hartkloppingen bij een tot barstens toe gebogen hengeltje. 'Mooi helder water', dachten ze waarschijnlijk. Ze wisten misschien niet eens welke vissoorten er zwommen. Mis je dan iets? Ik zou in ieder geval graag met ze hebben geruild. En dan mét hengel.
Richard van den Bos