Greep uit de week 165

0 2354

Voorlopig geen waterskiërs in de kanobaan. Daar ben ik blij om. Ik gun iedereen zijn hobby maar volgens mij zijn er plekken waar je net zo goed kunt skiën maar dan zonder er anderen mee lastig te vallen. Aan de andere kant: dat denken die badgasten vast ook als ze mij langs het recreatiestrand zien vissen.

Als ik de beroepsvisser van de kanobaan aan de lijn heb, komt natuurlijk ook de sluiting van de aalvisserij aan de orde. De vraag is of hij in het najaar nog op wolhandkrabben kan vissen. Die krabben brengen een sportvisser niets dan ellende dus mijn zegen heeft-ie. Het punt is alleen dat de sluiting geldt voor alle aalvistuigen. En voor een visser met alleen het aalvisrecht gelden de krabben als bijvangst in aalvistuigen. Die er deze herfst dus uit moeten. Krabvistuigen bestaan volgens mij niet. Fuiken met mazen van vier centimeter misschien, maar mag je die gebruiken als je geen schubvisrecht hebt? En wat gebeurt er met die dikke schieren die daar toch in komen? Je vangt natuurlijk ook schubvis mee in die grofmazige fuiken. Wat doen we daarmee? Moet je een visser schubvisrecht geven om krabben te kunnen vangen? Dat lijkt me niet. Er zijn beroepsvissers die leuke handel hebben aan hun bijvangsten. Vissers in het Noordzeekanaal mogen meegevangen snoekbaars, harder, tong en zeebaars meenemen. Vooral die laatste twee soorten belanden nogal eens in de fuiken. Gericht erop vissen mag niet, en meevangen in aalfuiken kan straks ook even niet. Zonder aalvisserij zijn er ook geen bijvangsten.

Visrechten op het spel
's Avonds ga ik even kijken bij een vismaat van me die in de polder op karper zit te vissen. Vlak naast hem zitten nog een paar vissers. Het verbaast me dat zulke prutsers zó ver door het weiland hebben gelopen met hun spullen maar even later wordt me duidelijk dat ze dat helemaal niet gedaan hebben. Een grote bus komt het land ingereden en binnen no time zijn de heren vertrokken. Om moedeloos van te worden. Terwijl ik moet praten als brugman om onze visrechten te behouden, verzieken zulke gasten de boel door alle regels te negeren.

Verlaten strand
Mijn werk biedt me bij het vissen soms voordelen, maar zoals elk werk kan het ook behoorlijk in de weg zitten. Iedere werkende bootvisser kent de weken van rustig weer, waarbij tegen vrijdagmiddag de wind ineens aantrekt tot stormkracht. Als ik zaterdagochtend nog voor zonsopkomst bij het zwemstrand sta, waait de wind in mijn rug en is er al anderhalve dag geen zwemmer meer geweest. Het recreatiegebied is verlaten, zowel onder als boven water, vrees ik. Mijn enige hoop is op een achtergebleven karper die mijn voer heeft gevonden.

De eerste worpen zijn in het donker. Mijn linkerhengel rem ik iets te laat af maar ach, de kans op knopen is klein en ik gooi dadelijk met licht toch weer opnieuw in. Ik ben nog druk bezig mijn onderkomen op te zetten als één van de swingers omlaag zakt. De linker. Niks te voelen. Als ik de boel het water uit til, zit de onderlijn in de knoop. Verd…! Misschien mijn enige kans verprutst! Eén dikke karper die het de moeite vond voor die balletjes terug te komen en die nu het hazenpad heeft gekozen. Of gewoon een brasem? Of één van de vele karpers die op mijn voerplek liggen te wachten? Zou zo'n vluchtende karper meteen de rest van de karpers meenemen? Of krijg ik zodadelijk gewoon nog een beet? Ik vind dat een geruststellende gedachte en ik wou dat ik 'm kon geloven. Maar naarmate de uren verstrijken en er niks meer gebeurt, begin ik meer en meer te balen.

Langs het zwemstrand zie ik leven. Golven, donkere puntige vinnen in het oppervlak. Brasem. Lege blikjes en chipszakken herinneren aan asociaal volk dat helaas ook onze waterkanten bezoekt. Ik gooi de troep in de enorme, ingegraven en halflege vuilcontainers. Hoezeer ik ook kijk, van karper geen spoor. Nu zie ik hier toch al niet vaak karper maar iets zegt me dat ze er vandaag niet zitten. Het ziet er gewoon niet goed uit.

Het beste was natuurlijk geweest om het ijzer te smeden toen het heet was. De nacht na die sessie tussen de zwemmers, toen de wind nog goed stond en de zwemmers nog elke dag het strand omwoelden. En dan 's ochtends gewoon op tijd stoppen en naar het werk. Ooit wekelijkse routine maar de laatste jaren iets waar ik minder voor te porren ben. Een andere optie was de overkant, lekker op de wind. Hoe warmer het water, des te beter ze op wind reageren. Maar zo'n voerplek maakt je dan toch minder flexibel. Je hebt gevoerd en dan ga je niet zomaar ergens anders vissen. Toch weer twee essentiële lessen: flexibel zijn in stekkeuze, en toeslaan zodra de kans er is. Twee lessen die ik al kende maar weten en niet doen, is hetzelfde als niet weten.

Richard van den Bos

Gerelateerde berichten
Facebook reacties

Om u de beste gebruikerservaring te kunnen bieden, gebruiken wij cookies. Voor meer inhoudelijke informatie en het onderscheid die wij hier in maken, verwijzen wij u door naar ons cookiebeleid.

Om u de beste gebruikerservaring te kunnen bieden, gebruiken wij cookies. Voor meer inhoudelijke informatie en het onderscheid die wij hier in maken, verwijzen wij u door naar ons cookiebeleid.