De bodem van mijn postbak is gebarsten. Nog even en mijn post zou mooi in de bak van Maikel zakken, ware het niet dat die zo mogelijk nóg dikkere pakketten mag ontvangen dan ik. De digitale techniek ten spijt produceren we nog altijd enorme bergen papier.
Helaas moeten we een groot deel van dat papier aandachtig doorspitten. Er spelen allerlei krachten die de sportvisserij tegenwerken. Voor je het weet, heb je als sportvisserij weer ergens een beperking aan je broek. Deze week krijg ik via Sportvisserij Nederland uitnodigingen voor twee klankbordgroepen die bezig zijn met Natura 2000 beheerplannen voor de Vechtplassen. Praat je niet mee in zo'n groep dan kan er zomaar in die plannen komen te staan dat vissen in een gebied niet is toegestaan zonder speciale ontheffing.
In de gemeente Zaanstad waren we via een nota dierenwelzijn bijna de sigaar. Via de krant kwam deze antivisnota onder onze aandacht en collega Robert probeert nu samen met de locale vereniging uit alle macht het tij te keren.
Het is de kunst overal op tijd bij te zijn. Dan kun je een positieve bijdrage leveren en de dingen mede sturen. Ben je te laat, dan zit je meteen in de verdediging. Daarom moeten we flink aan de weg timmeren en onszelf neerzetten als een professionele organisatie met kennis en kunde. Zodat andere partijen ons bij plannen en projecten betrekken. Gelukkig hebben we daarin de laatste jaren al enorme stappen gemaakt. Toen ik net bij de POS kwam, holden we geregeld achter de feiten aan en begon je met verongelijkt te stellen dat men de sportvisserij had moeten betrekken, vanwege kennis en ervaring en inzicht in de wensen van de gebruikers enzovoorts enzovoorts. Tegenwoordig stromen de uitnodigingen binnen en dat is, afgezien van een gescheurde postbak, stukken beter.
Gesloten tijd
Zaterdag mogen de snoekbaarsvissers weer. Ik ben geen snoekbaarsvisser, niet eens een roofvisvisser, en gesloten tijden gaan dus grotendeels aan mij voorbij. Een klein beetje jaloers ben ik wel op de snoekbaarzers. Als de dag van gisteren kan ik me de opwinding van 1 juni voor de geest halen. De magische dag die in de jaren zeventig het einde markeerde van twee en een halve maand kwelling. Wekenlang was ik al bezig met voorbereidingen: tuigjes maken, dobbers uitpeilen in de regenton, viskoffer ordenen, plannen maken, stekken verkennen, wurmen zoeken en lezen. Véél lezen, Jan Schreiner vooral. Prachtige verhalen die het verlangen naar die eerste juni alleen maar groter maakten. De laatste dagen van mei zat ik op school alleen maar naar buiten te staren. Keer op keer zag ik mijn dobbertje tussen het frisgroene riet onder water duiken. Onvoorstelbaar dat deze grote dag aan velen voorbij zou gaan als iedere andere dag.
En dan was het zover. In het holst van de nacht trokken mijn vader en ik erop uit. Samen met miljoenen andere sportvissers. Een gevoel van bevrijding overviel ons. Dat we gewoon weer aan de waterkant mochten staan met een hengel!
Het nut van een gesloten tijd hield me als twaalfjarige jongen niet bezig. Je mocht gewoon niet vissen, klaar. Als belangenbehartiger kijk ik daar vandaag de dag natuurlijk anders naar. Mijn streven is eenvoudig: sportvissers moeten in zoveel mogelijk wateren kunnen vissen met zo min mogelijk beperkingen! Hoe geweldig die 1 juni ook was, als een gesloten tijd zinloos is, moeten we hem opheffen.
Richard van den Bos