Column: Peter dobbert door... in 2025

0 166
13 jan

De voornemens van 2024 hebben plaatsgemaakt voor die van 2025...

Doelen zijn verworden tot herinneringen aan successen en mislukkingen, tastbaar als foto’s van geslaagde dagen en ontastbaar in dromen over wat had moeten en kunnen gebeuren, maar niet is gebeurd.

Het was vorig jaar een beetje van alles wat, met van sommige dingen ook wel wat teveel.

Voor 2024 had ik volgende doelen: 3 PR-s verbeteren, een vakantie in Italië met het gezin en met de hengels mee, hoog eindigen bij de federatieve karper penwedstrijd, veel vissen, verre stekken in Nederland bevissen waarvan ik weet dat dit mooie vissen gaat opleveren. Diverse datums in de agenda aangekruist, google maps en earth uitgespit, noem maar op. Het liep natuurlijk anders…

Terwijl de voorbereidingen voor een mooie rondreis met mijn gezin door midden-Italië in hun laatste fase zijn, gaat de telefoon en een streep door deze reis. Mijn vader heeft een lichte beroerte en mijn taak als mantelzorger wordt aangesproken. Het wordt al snel duidelijk dat we voorlopig geen verre reizen meer gaan maken. Ook de vistijd komt wat onder druk te staan.

Ik zoek mijn visvertier dus dicht bij huis, in veel te korte sessies van 2, hooguit 3 uur. Dit resulteert in het verkennen van oude stekken uit mijn jeugd en ik vang daar zowaar een nieuw PR brasem op 64 ½ cm en ruim 4 kilo!

Ik onderneem nog enkele trips naar Noord-Limburg en de IJsselvallei, wat me helaas geen echt bijzondere vangsten oplevert. Maar de natuur en de ontmoetingen aldaar zijn ook veel waard, en uit mislukte vistrips ontstaan als vanzelf altijd plannen voor een betere versie daarvan, met bijbehorende resultaten. Zo ga ik in 2025 op jacht naar die echt grote serpeling uit Nederlands water, en weet ik waar ik hem ga vinden. En bij het zeelten op een “recordwater” ving mijn maatje diverse zonnebaarsjes, ook nieuw voor mij. Dus dat ga ik ook combineren.

De zomer heb ik gevuld met trainen voor en verkennen van wateren voor het federatief kampioenschap karper-penvissen. Daarbij nam ik regelmatig visvrienden mee, om ze te enthousiasmeren voor deze “ouderwetse” vorm van karperen. De ervaringen van deze sessies hebben me wel geholpen aan een goede score in deze wedstrijd, al was de factor geluk uiteindelijk ruimschoots doorslaggevender; met de toevallige vangst van een giebel van 38 cm en een verdwaalde spiegelkarper van 46 cm sprokkelde ik net genoeg centimeters bij elkaar voor de overwinning.

Wedstrijden waren er trouwens dit jaar maar mondjesmaat. Met een drukke baan, gezin en mantelzorgen is ontspannen belangrijker geworden dan resultaat. De uitzonderingen bevestigen natuurlijk de regel. Een witviswedstrijd aan de Markervaart besliste ik door het vangen van een 40-tal grondeltjes, geïnspireerd door een wedstrijdverslag van een NK in een kanaal in Limburg waar ene meneer Sanders ervoor koos op die friemelaartjes te vissen in plaats van te gokken op brasem ( die toen ook niet werden gevangen). Datzelfde lot trof mij, tussen al het feedergeweld viste ik met een forelhengeltje en een 1-grams pennetje de kant uit en verschalkte die vaak verguisde ukkies.


In De Rijp deed ik voor de 4de keer mee aan het Winterwitten. Een wedstrijdje in een lieflijke omgeving met 20 man schouder aan schouder, 4 rondes van 20 minuten, op aantal. De vorige 3 keer werd ik winnaar, doorgaans met veel vis en maar een paar stuks verschil met nummer 2. Datzelfde forelhengeltje was weer van de partij, net als mijn concurrent Jeroen Buis. De vangsten hielden niet over, maar duidelijk was dat het ook deze editie tussen ons zou gaan. We werden beiden eerste, met 32 stuks. De beslissing viel deze keer in de kroeg, met 2 dobbelstenen. Dat Jeroen hierin ook meer talent heeft dan ik, betekende dat de beker in De Rijp blijft en niet naar Limmen verhuist. Gefeliciteerd Jeroen!


Tussendoor mocht ik meehelpen bij het uitbeelden van een viscollege uit lang vervlogen tijden, tijdens het Midwinterfeest in De Rijp. Met bamboehengel en ganzenveer viste ik er lustig op los, liet mensen hun jeugdherinneringen herbeleven en liet kinderen zien dat vissen ook met minder duur materiaal hartstikke leuk kan zijn. Het bestuur was voor deze gelegenheid gekleed in rokkostuum, zoals het een waar viscollege betaamt. Zij werden beloond met de prijs voor de mooiste outfits.


De laatste visdag van 2024 was een roofviswedstrijd, vertrek bij eerste licht en vangstlijst inleveren om 5 uur. Daarna tezamen een biefstuk met bijlagen oppeuzelen en het jaar verzuipen in bier of frisdrank. Mijn vismaatje Joost had ook vrij en samen gingen we de Amsterdamse wateren verkennen. Na een moeizame start kwam er toch vis op de mat, we hadden samen 8 snoekbaarzen en 6 baarzen, alsmede wat gemiste vissen. In de stad gebeurt altijd wat. Zo ook de arrestatie van een man op het Centraal Station, die pal achter ons stekje geboeid een ambulance in moest. Dat duurde met 6 agenten en handhavers en 2 verplegers een klein half uur. Bewondering voor deze mensen, zoveel geduld om de persoon zonder verder letsel alsnog af te kunnen voeren.

Terug richting eindbestemming zag ik dat we nog een uurtje vistijd hadden, en besloten we de inmiddels ontdooide aasvissen nog even zwemles te geven. En zowaar, om half 5 kon mijn getakelde kolbleitje plotsklaps na 3 maanden diepvries weer zwemmen. De drill met mijn veredelde snoekbaarshengel was even spectaculair als spannend, want alleen het dregje maat 10 zat in het puntje van de onderkaak van een duidelijk grote snoek. Een vismaat met schepnet-skills blijkt dan goud waard, want nog voor de vis echt moe was, ging het net onder de vis. Op de mat was de haak er al uit!


Gerelateerde berichten
Facebook reacties

Om u de beste gebruikerservaring te kunnen bieden, gebruiken wij cookies. Voor meer inhoudelijke informatie en het onderscheid die wij hier in maken, verwijzen wij u door naar ons cookiebeleid.

Om u de beste gebruikerservaring te kunnen bieden, gebruiken wij cookies. Voor meer inhoudelijke informatie en het onderscheid die wij hier in maken, verwijzen wij u door naar ons cookiebeleid.