De vorige keer had ik het over loodvrije visserij, plasticgebruik en klimaatverandering. Zaken waar we mee te maken hebben als sportvisser, maar ook als mens. En zaken waarmee we ook, waarschijnlijk in zeer kleine mate, kunnen bijdragen aan een gezonde toekomst.
Het oplossen van bovengenoemde problemen is wellicht moeilijker dan ermee leren omgaan. Was het niet Darwin die zei: " het zijn niet de sterksten die overleven, maar zij die zich het beste aanpassen". Met name klimaatveranderingen zorgen voor nieuwe uitdagingen. Terwijl de Europese Kaderrichtlijn Water streeft naar een "ideaalbeeld" van helder water zorgt de natuur onder invloed van het klimaat voor een veel hogere productie aan waterplanten. Met de extreme regenbuien die we steeds vaker meemaken, stromen er veel meer mest- en voedingsstoffen in het water, met als gevolg dichtgegroeide wateren. Het huidige maaibeleid is er op gericht om 's zomers alleen de hoofdwatergangen uit te halen, zodat alle oeverzones en zijwateren vol groeien. Hier vindt minder stroming plaats. Zand, slib en veen kunnen zicht ophopen rond de planten. Gevolg is een complete habitat-verandering. Van hengelwater verandert dit steeds meer in schepnetjeswater. De hengelsport moet zich meer gaan roeren om deze verlanding en vergroening van de visgebieden te stoppen.
Recent mocht ik aanwezig zijn bij een regioavond over deze materie. Er wordt gelukkig wel geluisterd, en er zijn goede vertegenwoordigers van onze kant. Maar uiteraard zijn er ook opponenten die heel andere doelen voorstaan. Maak uw wensen kenbaar bij uw vereniging en activeer ze om dit te delen met de federatie. Vanaf daar kan gecoördineerd worden gestuurd op verbeteringen.
Terug naar het klimaat. Met een gezonde vangdrang in het lijf en voldoende lef in mijn donder heb ik Chiara en Dennis doorstaan aan de waterkant. Ik heb zelfs mooie vissen mogen vangen tijdens deze stormen. Chiara leverde mij een snoek van 96 cm op, Dennis een baars van 32. De weken hiervoor kon ik maar met moeite een snoek pakken op dood aas.
Observaties op mijn viswater deden mij besluiten om te schakelen van grote aasvissen en solide materiaal naar lichte montages met speldaas en kleine enkele haken. Plots ving ik wel snoeken die ik in de weken ervoor alleen maar langs zag zwemmen. Of de storm de reden was of mijn montage, laat ik in het midden; het resultaat was naar tevredenheid.
Deze week, met mooi weer, ging ik op de fiets naar het werk. Lekker je hoofd leeg trappen en genieten van de geluiden van het voorjaar ( de geuren waren minder, er mocht weer mest worden gereden...) In een slootje van nog geen 30 cm diep was het een leven van kleine karpers die actief waren geworden door het warme zonlicht in de donkere moddersloot. Zaterdagmorgen, er was mooi weer voorspeld, toog ik met camera en hengelspul de polder in en wist naast mooie beelden van de zonsopgang ook een leuke Zaanse boerenknol te vangen.
Het plezier dat ik beleef aan het experimenteren met montages, aas-aanpassingen, tactiek bedenken en vissen te slim af zijn, geeft mij de mogelijkheid om mijn hoofd even leeg te maken van de dagelijkse beslommeringen. Daarmee blijf ik, zoals het in cao-termen tegenwoordig wordt genoemd "duurzaam inzetbaar".
Peter van der Heijdt